Nieuwsbericht

Doorstroomcoaches verlagen percentage voortijdig schoolverlaters

Profielfoto van Andries Knol
9 april 2024 | 3 minuten lezen

In het studiejaar 2021-2022 gingen 30.242 studenten voortijdig van school, het hoogste aantal in tien jaar tijd. De meest recente cijfers van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap laten zien dat dit aantal ook het afgelopen jaar gelijk bleef. 

Behalve in Zuid-Holland Oost. Daar nam het aantal schoolverlaters af van 598 naar 518: een daling van 13 procent. De regio wijkt daarmee af van de landelijke trend en heeft het laagste aantal jongeren dat school voortijdig verlaat. Dankzij doorstroomcoaches Zoubir en Wesley.

Saddiki en Luijten begeleiden jongeren in de leeftijd van 18 tot 23 jaar die geen havo, vwo of mbo niveau 2 diploma (startkwalificatie) hebben en op school dreigen uit te vallen of regelmatig niet naar de les komen. Saddiki doet dit voor de organisatie Doorstroompunt in de regio Alphen en Nieuwkoop en Luijten in Gouda.

Zij gaan langs de deuren bij deze jongeren. Niet om hen een corrigerende tik op de vingers te geven, maar om juist in gesprek te gaan over hun situatie en samen op zoek te gaan naar een oplossing. Soms is dit een opleiding, een andere keer een passende werkplek. "Iedereen zonder startkwalificatie in de regio is bij ons in beeld tot ze 23 worden of verhuizen. Ook wanneer ze een baan krijgen bellen we ze nog weleens", zegt Saddiki. 

Wat is het geheim van Zoubir Saddiki en Wesley Luijten? Door de persoonlijke inzet van deze doorstroomcoaches is het aantal jongeren dat zonder diploma school verlaat in het Zuid-Hollandse deel van het Groene Hart het laagst van heel Nederland. Hoe komen de jongeren in zo'n situatie terecht? 

Luijten: ,,Het heeft met motivatie te maken, een verkeerde studiekeuze of persoonlijke problemen." Saddiki vult aan: ,,Dat laatste zie ik steeds vaker in mijn gebied. Daarbij ook stoornissen als autisme of een thuissituatie waarin een ouder ziek is en een kind thuis moet blijven." 

Ook taal speelt een rol. ,,Dit is iets waar jongeren van buitenaf moeite mee hebben. Eerder was er de trend dat veel jongeren in autogarages wilden werken. Als je dan met de technische kant door de taal niet mee komt, dan demotiveert dat", legt Luijten uit. 

Of jongeren uit het praktijkonderwijs die hier geen startkwalificatie voor nodig hebben. ,,Maar vanwege aanzien en status willen ze dit toch halen. Ook vanwege financiële redenen, omdat ze als ze een opleiding volgen studiefinanciering krijgen." 

Luijten stond zelf negen jaar lang voor de klas op het mbo Rijnland en is nu een jaar doorstroomcoach. ,,Die overstap vond ik best spannend." Saddiki ziet de grootste uitdaging in de jongeren in beweging krijgen. ,,Ze gooien er soms met de pet naar." 

Omdat de jongeren volwassen zijn, is een ouder vaak niet in het spel en weten ze vaak niet eens van de situatie van hun kind af. ,,Studenten moeten op school aanvinken of hun ouders op de hoogte mogen worden gesteld van hun cijfers. Dat vakje blijft vaak leeg."

Voorbode voor ellende

Saddiki legt uit dat wanneer jongeren aan het begin van het schooljaar al vaker afwezig zijn, dat dit een voorbode voor meer ellende is. ,,Dat is een waarschuwing dat ze dreigen af te glijden." Daarvoor hebben sommige scholen een jongerencoach. ,,En die schakelen waar nodig onze hulp in." 

Bij een advies stelt Saddiki een driegesprek voor. ,,Met iemand van het management, de mentor en ik. Waar die directeur er met gestrekt been in gaat en de mentor het heeft over de gevolgen, speel ik de 'good cop'. 'Ho 's effe', zeg ik dan. Ik ben er voor de jongere." 

Dit betekent niet dat Saddiki ze vertroetelt. ,,Ik had een jongere die elektrotechnicus wilde worden. Hij had een stage gevonden, maar daarvoor zou hij 05.00 uur 's ochtends moeten opstaan. Hij is iemand die op school al overal te laat kwam. Dus ik stelde hem voor eens te oefenen met zo vroeg wakker worden, iedere ochtend, een week lang. Na twee keer zei hij dat het 'm niet werd. Ik heb hem geholpen met een andere opleiding en nu werkt hij bij een zonnepanelenbedrijf, iets wat altijd zijn droom was." 

Wat in het werk helpt is dat zij mensen-mensen zijn, vindt Saddiki. ,,Als iemand uit schaamte na lange afwezigheid niet naar school durft, ga ik gewoon mee. Het staat niet in mijn functieomschrijving, maar ik doe dat wel. 

Jongeren blijken er in de dagelijkse praktijk geen moeite mee te hebben dat Saddiki en Luijten onaangekondigd aanbellen. ,,Ik heb eigenlijk amper een negatieve reactie gekregen." Ditzelfde geldt voor Luijten. ,,Jongeren willen gezien en gehoord worden. Wat op school niet altijd lukt." 

De doorstroomcoaches overleggen met elkaar over de jongeren die bij hen in beeld komen en die zij begeleiden. Luijten: ,,We zijn goed op elkaar ingespeeld." Niet elke regio gaat bij de jongeren langs. Zij sturen veelal een brief. ,,Maar die belandt dan op de al bestaande grote hoop. Door thuis te komen krijg je die gunfactor." 

Saddiki: ,,Dat is waardoor onze regio het verschil maakt en zo goed scoort - ondanks factoren als armoede en criminaliteit. Ik bedoel: onze regio is niet zonder problemen, maar dankzij onze persoonlijke aanpak krijgen we veel jongeren alsnog positief in beweging."

Iedereen zonder startkwalificatie in de regio is bij ons in beeld.