Nieuwsbericht

Meldpunt stagemisbruik

Profielfoto van MBO Connect Redactie
23 januari 2024 | 3 minuten lezen

De ene student heeft er de tijd van zijn leven, de ander leert vooral kopjes koffie zetten voor de baas. Elk jaar lopen honderdduizenden studenten stage met als doel om relevante werkervaring op te doen, maar in werkelijkheid worden stagiairs regelmatig vooral als goedkope werkkracht gebruikt. Dat leidt soms tot schrijnende situaties. Daarbij is er nauwelijks zicht op hoe vaak dit zogenoemde stagemisbruik voorkomt.

Vakbond CNV Jongeren deed na vragen van Nieuws en Co over dit onderwerp een inventarisatie onder leden. Daar kwamen zoveel reacties op dat het nu een meldpunt stagemisbruik opent. "Als stagiair zit je in een kwetsbare positie. Wij krijgen berichten waaruit blijkt dat leerbedrijven regelmatig misbruik maken van die kwetsbaarheid", zegt voorzitter van CNV Jongeren Justine Feitsma.

Kwetsbare positie

Een stage afronden is verplicht voor de meeste studenten. In het mbo gaat het vaak om jongeren die nog geen werkervaring hebben. Zo liep Davey de Widt (19) stage bij een horecabedrijf voor zijn mbo-opleiding als zelfstandig werkend kok. Hij was 17 jaar toen hij daar stage liep. "Ik was net begonnen toen de eigenaar me vroeg of ik wilde grasmaaien. Voor mijn opleiding hoor ik in de keuken te staan, maar toch moest ik van de eigenaar het gras maaien", vertelt De Widt.

"Vlak daarna begon het restaurant aan een verbouwing en moest ik helpen spijkers sorteren. Ook werd mij regelmatig gevraagd om allerlei huishoudelijke taken te doen. Uiteindelijk heb ik niets geleerd in de keuken. En die ervaring had ik juist nodig voor mijn koksopleiding."

Toen De Widt daar een melding van maakte op school, ging zijn stagebegeleider met het bedrijf in gesprek. "Maar die eigenaar zei alleen maar dat ik het goed deed en veel in de keuken stond, terwijl ik een heel groot stuk van mijn opleiding miste."

Een ander voorbeeld van stagemisbruik is van een 22-jarige psychologiestudent, die anoniem wil blijven (haar naam is bekend bij de redactie). Zij is stagiaire bij een zorginstelling voor kinderen met een ontwikkelingsstoornis. Op haar eerste dag werd zij zonder waarschuwing of begeleiding op de moeilijkste groep gezet.

"Aan het eind van de dag zat ik bij de arts, omdat ik zo hard in mijn nek was gebeten door een van de kinderen dat ik antibiotica nodig had", vertelt ze. "Ik vroeg herhaaldelijk om hulp over hoe om te gaan met agressieve situaties, maar vond weinig gehoor. Pas na een aantal weken ben ik op een andere groep geplaatst."

Stagemisbruik mbo-studenten

De beroepsvereniging voor mbo-docenten (BVMBO) herkent de voorbeelden die door de studenten worden genoemd. "Stagemisbruik is een gevoelig onderwerp. Studenten willen zo snel mogelijk afstuderen en dat wil de school ook", zegt Gézina Trouw, mbo-docent Zorg en bestuurslid bij BVMBO. Zij ziet regelmatig dat stagebedrijven studenten als inwisselbare goedkope werkkracht gebruiken. Toch leidt dat lang niet altijd tot een melding bij de onderwijsinstelling.

"Als een student een melding maakt, dan gaat de docent naar het stagebedrijf voor een gesprek. Als daar geen oplossing uitkomt, wordt een stagecoördinator naar het bedrijf gestuurd om te bemiddelen", aldus Trouw. "Maar diegene is in de meeste gevallen ook verantwoordelijk voor het creëren van stageplekken. We zien in de praktijk dat het daar nog weleens misgaat."

Dat er geen centraal punt is waar stagemisbruik gemeld kan worden, wordt ook door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) als probleem gezien. Zeker mbo-studenten zijn kwetsbaar omdat zij zich vaak minder bewust zijn van hun rechten.

Na ondertekening van het MBO Stagepact in 2023 werken verschillende onderwijsinstellingen en leerbedrijven daarom samen met het ministerie om dit probleem aan te pakken. Het idee is dat scholen meldingen verzamelen en dat al deze gegevens bij één organisatie, de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs en Bedrijfsleven, worden verzameld. Die organisatie kan eventueel de erkenning van een leerbedrijf intrekken.

Aan die aanpak kleeft ook een risico, zegt Gezina Trouw: "Iedere school is anders in hoe serieus ze het probleem nemen. Zelfs binnen een school zijn er verschillen in hoe stagemisbruik wordt aangepakt." Volgens Trouw is het daarom belangrijk dat er ook meer aan voorlichting wordt gedaan. "Vaak weet zowel de student als de stagebegeleider niet eens zeker of er sprake is van stagemisbruik. Mbo-docenten worden ook niet opgeleid of getraind om stagemisbruik te herkennen en wat ze er dan tegen kunnen doen."

En wat gebeurt er met de meldingen die CNV Jongeren straks binnenkrijgt? "Als we zien dat het een breed probleem is, dan kaarten we dat aan bij de politiek en bij bedrijven. Maar we willen ook mensen individueel helpen. Bijvoorbeeld door te kijken of we kunnen bemiddelen", aldus Justine Feitsma.